Om hoeveel meldingen het gaat, kon een woordvoerster van de inspectie niet zeggen. ”Maar het zijn er voldoende om er aandacht voor te vragen.” Ook de Hartstichting heeft gehoord over dit probleem, maar kan de omvang ervan niet inschatten. In een brief aan AED-fabrikanten kaart de inspectie dit probleem aan.

”Het onderhoud schiet vaak tekort. Het is aan de afnemers van de AED’s om ervoor te zorgen dat de apparaten goed onderhouden worden, maar de fabrikanten moeten hen hier goed over informeren. Ook moeten de fabrikanten ervoor zorgen dat gebruiksinstructies helder zijn en goed gelezen worden”, zei de IGZ-woordvoerster hier vrijdag over.
”Als de AED’s het niet goed doen, dan heb je er natuurlijk niets aan”, voegde ze daaraan toe. ”Wij attenderen fabrikanten erop dat ze de apparaten niet alleen moeten leveren, maar dat ze er ook voor moeten zorgen dat ze werken op het moment dat dat nodig is.”

Onderhoudscontract

De Hartstichting beveelt naar eigen zeggen altijd aan om bij de aanschaf van een AED een onderhoudscontract te nemen en om het apparaat aan te melden bij een reanimatie-oproepsysteem in de 112-meldkamer. ”Dit systeem attendeert de eigenaar automatisch op periodiek onderhoud.

Als een AED uit het oproepsysteem niet onderhouden is, wordt hij op non-actief gesteld en zal een andere AED in de buurt van het slachtoffer ingezet worden bij reanimaties”, legt een woordvoerster uit.
Daarnaast is het volgens de Hartstichting nuttig om een reanimatiecursus te volgen en deze jaarlijks te herhalen. Daar leren cursisten ook hoe ze een AED moeten gebruiken.