Als je een EHBO cursus hebt gevolgd heb je geleerd schaafwonden alleen maar te spoelen. Niet ontsmetten en bij voorkeur niet bedekken. Maar waarom eigenlijk? En zijn er ook uitzonderingen?

Anatomie en pathologie van een schaafwond

Je weet waarschijnlijk wel dat de huid uit meerdere lagen bestaat. Dat begint met drie hoofdlagen:

Opperhuid
Eigenlijk bestaat deze laag zelf ook uit 5 lagen. Bovenop de opperhuid bevindt zich een laag met afgeplatte dode hoorncellen. Het is de eerste barrière van je huid en zorgt makkelijk gezegd dat je redelijk waterdicht bent. De opperhuid vernieuwt elke 4 tot 6 weken volledig.

Lederhuid
De lederhuid is de laag die onder andere zweetklieren, bloedvaten en zintuigcellen zoals zenuwen bevat. Daarnaast tref je hier de talgklieren en de haarwortels.

Onderhuids bindweefsel
Het onderhuids bindweefsel bestaat vooral uit vetcellen. Het geeft steun aan de bovenliggende lagen. In het latijn heet deze laag subcutis. Sub=onder en cutis=laag. Misschien ken je het wel van een ‘subcutane injectie’.

Bij een schaafwond ontstaat er door wrijving schade aan de bovenste lagen cellen van de huid waardoor deze beschadigen of weg geschraapt worden.

Eigenlijk bestaat de schaafwond niet. Net als bij brandwonden worden er drie soorten schaafwond onderscheiden. Bij een eerstegraads schaafwond is alleen de opperhuid beschadigd. Daardoor geneest deze wond per definitie zonder litteken. Bij een tweedegraads schaafwond gaat het een laag dieper en zie je daardoor ook bloed. Tot slot is er bij een derdegraads schaafwond ook het onderhuids bindweefsel beschadigd. We noemen het dan ook wel een scheurwond.

Spoelen of ontsmetten

Bij een schaafwond zie je dus beschadigde huid, soms rode puntjes of bloedingen en een doorzichtige gelige vloeistof. Dat is wondvocht of moeilijker; serum.

Door te spoelen haal je viezigheid weg. Dat lijkt kinderlijk eenvoudig maar is erg belangrijk. De wond kan zich namelijk concentreren op de wondgenezing, in plaats van op het afbreken van de indringers van buitenaf. Spoelen is daarbij weinig ingrijpend: water is PH neutraal. Het heeft dus een zuurgraad die de wond goed kan verdragen. De wond blijft daarmee gewoon zijn werk doen. Er ontstaat een milde ontstekingsreactie en de wond gaat in een ingewikkeld proces regenereren.

Wanneer je ontsmet verander je daarmee de zuurgraad van de huid Dat kan heel goed zijn voor de buitenzijde van de huid. Die is namelijk wat vetter, terwijl veel ontsmettingsmiddelen wat zuurder zijn. Je herstelt het dus. In de huid (wat een schaafwond dus eigenlijk is) heeft het dat effect niet.

In andere landen wordt er wel eens een topisch (lokaal) antibioticum op een schaafwond aangebracht. In Nederland doen we dat niet. Waarom zou je immers antibiotica gebruiken als het lichaam het goed zelf af kan?

Tijdens het spoelen kun je kleine objecten zoals steentjes en dergelijke uit de wond verwijderen. Dat kan spoelend of met een pincet.

Drogen aan de lucht of bedekken

Het gelige vocht droogt uiteindelijk op. Het maakt daarmee een eerste barrière tussen de wond en de buitenwereld. Daarna ontstaat er een proces van wondgenezing waarbij door de wisselwerking van bloedplaatjes, zuurstof, collageen en fibrine uiteindelijk een korstje ontstaat. En waarschijnlijk voel je hier de uitdaging al komen. Wanneer je een vochtige schaafwond bedekt, blijft deze vochtig en genezen schaafwonden (over het algemeen) minder snel. Er moet dus lucht bij komen.

Soms genezen schaafwonden niet goed, vooral op gewrichten. Dan wordt er wel eens een zalfkompres gebruikt (geen Biogaze maar bijvoorbeeld paraffinegaas) om het korstje soepel te houden. Dat is dus pas in een iets later stadium.

Zit een schaafwond op een lastige plek? Dan kan het nuttig zijn het losjes te bedekken met een niet verklevend kompres. Denk aan je elleboog terwijl je lange mouwen hebt of je billen. Die plekken schuren dan telkens en dat bevordert de genezing van de schaafwond niet.

Gaat een schaafwond ontsteken? Komt er later pussige vloeistof uit? Of is de schaafwond heel vies, bijvoorbeeld door straatvuil of roest? Zoek in al die gevallen ook nog even de hulp van de huisarts op.