Sinds 1980 is het aantal volwassenen met diabetes bijna verviervoudigd, tot 422 miljoen. Even voor het idee: dat is evenveel als zo’n 1,3 keer de hele bevolking van de Verenigde Staten bij elkaar. Jaarlijks overlijden minstens 1,5 miljoen mensen aan diabetes. (bron: Diabetesfonds).
Als je dat zo leest, lijkt suiker een grote boosdoener. Toch is dat niet helemaal waar. Ons lichaam heeft suikers nodig als brandstof voor ons lichaam. Suikers worden uit onze voeding gehaald en met een bijnierhormoon (insuline) gereguleerd aan ons lichaam afgegeven. Als er een mismatch is tussen hoeveel suikers ons lichaam aangeboden krijgt en hoeveel er gebruikt worden, ontstaan er problemen.
Ook ‘gezonde’ mensen hebben last van “suiker”
In de bovenstaande zin is suiker iets anders dan diabetes. Diabetes is de omschrijving voor verschillende chronische stofwisselingsziekten waarbij de insulinereactie in ons lichaam niet (meer) goed werkt. Insuline regelt de bloedsuikerspiegel. Toch kunnen ook mensen zonder diabetes last krijgen van een te veel of juist tekort aan suikers in het lichaam. Die tijdelijke situaties noemen we hyperglycemie (voor een teveel) en hypoglycemie (voor een tekort).
Hyperglycemie
Bij een hyperglycemie is er te veel glucose (meer dan 10 millimol per liter) in het bloed opgenomen. Glucose is een suiker dat in ons lichaam wordt gebruikt als brandstof. Een te groot aanbod of een tekort aan verbranding kan zorgen voor stapeling. Slachtoffers hebben in het begin een verhoogde activiteit, maar worden daarna onrustig, trillerig, krijgen soms hoofdpijn en voelen de aandrang te plassen. Soms ontstaat er wazig zicht
Hypoglycemie
Bij een hypoglycemie lijdt het lichaam een tekort aan glucose (minder dan 4 millimol per liter bloed). Onvoldoende eten en drinken in relatie tot de lichaamsinspanning is vaak de boosdoener. Slachtoffers gaan geeuwen, worden rillerig, kunnen suf worden en ook het humeur kan nadelig veranderen.
Eerste hulp bij hyper- en hypoglycemie
Allereerst is het goed te weten of het slachtoffer verder gezond is. Herken je de symptomen? Vraag dan of hij of zij bekend is met diabetes. Zo ja, laat het slachtoffer in dat geval zelf vertellen wat er moet gebeuren. Laat bij een diabeet prikken over aan het slachtoffer of zijn/haar mantelzorger. Neem bij twijfel contact op met de professionele hulp.
Eerst snelle suikers, dan langzame suikers
Bij gezonde mensen is hypoglycemie de meest voorkomende situatie. Het wordt vaak veroorzaakt wanneer mensen veel bewegen of op een andere manier verbranden (bij hitte bijvoorbeeld) en te weinig eten of drinken. De oplossing lijkt simpelweg “suiker” toedienen, maar toch zit daar een valkuil in. Sommige suikers (polysachariden) worden moeilijker omgezet in glucose dan anderen. Een chocoladereep bevat weliswaar veel suikers, maar het lichaam kan er moeilijk mee omgaan. Daarnaast veroorzaakt het een piek in het glucoseniveau, maar vaak daarna een nog dieper dal.
- Geef het slachtoffer eerst snelle suikers. Een appel, banaan, tablet druivensuiker of eventueel een theelepel suiker opgelost in een glas water zijn voorbeelden.
- Geef daarna langzame suikers. Koolhydraten zijn daar voorbeelden van. Probeer de vorm voor het lichaam zo simpel mogelijk te maken. Denk dus aan brood, beschuit, pasta of iets anders. Combineren kan ook, denk dan aan een beschuitje of broodje met jam.